Boorspons - Clione celata


Boorspons leeft in zacht steen of (oester)schelpen. Met behulp van een chemische afscheiding (zwavelzuur) boort de spons gangen in zulke substraten, om zich daar vervolgens in te vestigen. Op den duur kunnen schelpen hierdoor geheel uit elkaar vallen. Het engiste wat van de boorspons te zien is zijn de in- en uitstroomopeningen. De instroomopeningen zien er echt als sponsweefsel uit, en hebben een doorsnede tot ca. 1 cm. Het is tamelijk moeilijk om de opening zelf te zien. Dit in tegenstelling tot de uitstroomopeningen, want dat zijn echt buisjes van 1 tot 2 cm doorsnede. Soms is aan de binnenkant van een schelp ook een geelbruin overtrek te zien, dat ook deel uitmaakt van de boorspons. De kleur is   meestal geel, doch kan ook naar groen of zelfs blauw neigen. Boorsponsen kom je tegen van het intergetijdengebied tot zo'n 100 meter diep. Hij groeit vaak helemaal over andere organismen heen.