Hooiwagenkrab -  Macropodia carcinus


De hooiwagenkrab heeft een rugschild tot 22 mm. lang en 15 mm breed. De vorm is dezelfde peervorm als bij spinkrabben, alleen kleiner en dunner. Het rostum is een in tweeën gespleten scherpe punt. Het voorste deel van het rugschild sluit hierop aan en de ogen lijken daardoor op ongeveer halverwege een naar voren stekende punt van het rugschild te zitten. Ze zitten op duidelijke steeltjes, die niet naar voren, maar schuin naar opzij wijzen. Enkele  grote knobbels op het rugschild. De looppoten zijn in verhouding tot het lichaam enorm lang en dun. De schaarpoten zijn ook vrij mager en een stuk korter dan de looppoten. Bij de mannetjes zijn ze wat forser dan bij de vrouwtjes. De kleur is grijsbruin of roodachtig, maar deze zie je vaak niet omdat de hooiwagenkrabben zich uitsteken camoufleren door stukjes van sponzen en andere organisme af te trekken en deze bij zichzelf op te plakken. Hun voedsel bestaat voornamelijk uit kreeftachtigen, wormen, mosdiertjes, wieren en organisch afval.