Zeepokken -  Sessilia


Zeepokken (Sessilia), zoals de gewone zeepok (Semibalanus balanoides), zijn een orde van kreeftachtigen. Ze lijken op het eerste gezicht niet op krabben of garnalen, maar behoren evenwel tot de rankpootkreeften (Cirripedia). Ze zetten zich vast op verscheidene oppervlaktes: op hout, op stenen, op schelpen en zelfs op de huid van walvissen en het schild van zeeschildpadden.

 

De behuizing is vaak wit en steenhard. De vorm kan kegelvormig zijn maar in dichtbegroeide populaties kunnen ze tot hoge zuilen uitgroeien. Ze bestaan uit een huisje van zes kalkplaatjes, met een dekseltje dat uit twee kalkplaatjes is gevormd. De larven van zeepokken hebben nog geen schelp en zwemmen vrij rond. Sommige zeepokken leven volledig ingebed in hun gastheer, zoals in de binnenrand van de schelp van de wulk (Buccinum undatum), vooral als die bewoond is door zijn secundaire bewoner: de gewone heremietkreeft (Pagurus bernhardus).

 

De zeepok leeft op verscheidene plaatsen, maar komt vooral voor in getijdegebieden. Ze kan voorkomen bij golfbrekers, waar ze zich bv. op de schelp van mosselen kunnen vastzetten, tot de arctische zeeën waar ze op bultruggen voorkomen.

 

De zeepok hoeft nooit voedsel te zoeken. Het enige wat hij hoeft te doen is 'zijn huisje' te openen. Ze openen zich alleen onder water, dan strekken ze zes paar lange poten, de rankpoten, naar buiten. Door heen en weer te bewegen wervelen ze water en voedseldeeltjes naar zich toe. Het voedsel van de zeepok bestaat voornamelijk uit plankton. Als er meerdere zeepokken bij elkaar zitten, gaat dat plankton vangen efficiënter, omdat al die wapperende poten een waterstroom op gang brengen.

 

Het leven van de zeepok begint met een bevrucht ei dat uitkomt. Uit dit ei komt een nauplius. Een nauplius is een larve die bestaat uit een hoofd en een telson. Deze nauplius groeit gedurende 6 maanden en verandert verschillende keren van schaal voordat hij uiteindelijk in de fase van de cypris komt.

 

De cypris is de laatste fase van de zeepok voor deze volwassen wordt. In deze fase zoekt de zeepok naar een plek waar hij zich kan vastzetten en waar hij de rest van zijn leven sessiel zal doorbrengen. De zeepok onderzoekt verschillende potentiële plekken door middel van voelsprieten. Deze zoektocht kan van één dag tot een week duren. Eens dat de zeepok een geschikte plaats heeft gevonden gaat hij zich vasthechten aan het oppervlak. Dit doet hij door een soort substantie af te scheiden en zich als het ware vast te lijmen op het oppervlak. Eens dat de zeepok goed vastzit begint hij te veranderen tot hij zijn volwassen fase bereikt.

 

De penis van een zeepok wordt in de paartijd zo lang, tot 7 maal de lengte van het dier zelf, dat naastgelegen dieren bevrucht kunnen worden. Zeepokken zijn tweeslachtig.  Een andere manier van voortplanten in dat een zeepok zijn zaad in het water laat wegstromen. Andere zeepokken die verder weg liggen kunnen deze zaadcellen dan binnenhalen met hun grijppoten en zichzelf bevruchten

Klik op de foto voor de naam