Tarbot - Scophithalmus maximus
De tarbot is een van de grootste platvissoorten. Hij kan een meter lang worden maar meestal zien wij exemplaren van max. 40 - 50 cm. De ogen zitten op de linkerkant. Hij heeft geen schubben, maar wel een grote hoeveelheid wratachtige knobbeltjes, verspreid over de bovenkant van het lichaam. Op de kop zijn ze wat kleiner. De lichaamsvorm is net een platte ronde schijf, maar ook is hij relatief dik. De kleur is variabel; hij kan zich wat dat betreft enigszins aanpassen aan de ondergrond. Meestal grijsbruin met een olijfgroene waas erover, donkerbruin of zandkleurig met vele donkere vlekken en stippen. De onderkant is vuilwit. Deze roofvis eet voornamelijk andere vissen. Echter vindt hij ook garnalen, aasgarnalen en schelpdieren erg lekker, vooral als hij wat jonger is. De paaitijd is april tot augustus, de diepte waarop de paring plaats vindt ligt tussen de 10 en de 80 meter, boven een grindbodem. Het aantal eieren is enorm: 10-15 miljoen per vrouwtje! De eieren zweven hoog in het water tot ze uitkomen, wat ongeveer een week duurt. Als de larven 2,5 cm lang zijn, gaan ze tot het bodemleven over; dan zijn ze 4 tot 6 maanden oud. De ontwikkeling van gewone vislarf tot platvisvorm vindt plaats tussen een lengte van 12 en 25 mm. Geslachtsrijpheid ontstaat bij een lengte van 15 (mannetjes) tot 20 (vrouwtjes) cm. Ze zijn dan resp. 3 en 4 jaar. Maximum leeftijd 17 jaar voor de mannetjes en 27 jaar voor de vrouwtjes.