Muiltje - Crepidula fornicata
De schelp van het muiltje is ovaal, tot 5 cm in lengte. De schelp is glad met onregelmatige groeilijnen. De kleur kan wit, crème, geel of roze van kleur zijn met roodbruine strepen of vlekken. Muiltjes worden vaak gevonden in gebogen kettingen van maximaal 12 dieren. De grote schelpen zitten onderaan de keten, de kleinere aan de bovenkant. Het muiltje veranderd tijdens zijn leven diverse keren van geslacht. Tussen maart en oktober leggen ze 200 tot 400 eieren in hun schelp. De eieren blijven ongeveer 4 weken in de schelp totdat ze uitkomen. Dan drijven ze gedurende 14 dagen als plankton in het water. Tijdens deze fase blijft de schelp zich ontwikkelen. Zodra de schelp te zwaar wordt zinkt hij naar de bodem en ontwikkeld zich daar tot een volwassen muiltje. Jonge dieren zijn mannelijk, solitair en heel mobiel. Na een tijdje gaan ze op zoek naar andere muiltjes en hechten zich vast, bovenaan de ketting. Zo vormen ze ketens met muiltjes van diverse leeftijden. De oudste en grootste individuen zijn vrouwelijk, de jongste dieren zijn mannelijk. Daartussen staan dieren in verschillende maten van hermafrodiet.