Blauwtipje - Janolus crisatus
Blauwtipjes vallen onmiddellijk op door het grote aantal breed uiteenlopende uitsteeksels op de rug-papillen genaamd, met een blauw iriserende witte top. De papillen staan aan weerszijden van het lichaam. In het midden van de rug staan geen papillen. De rhinophoriën zijn lang en gelamelleerd. Op de kop tussen de rhinophoriën is een merkwaardig langwerpig kruintje aanwezig. Het lichaam is transparant, soms wat gelig van kleur. De donkerbruine middendarmlier aan de binnenzijde van het lichaam zijn duidelijk zichtbaar. De papillen zijn opvallend blauw iriserend gekleurd en de toppen van de papillen bevatten witte cnidosaccen. De papillen zijn niet altijd gelijkvormig. Meestal zijn de centrale papillen het grootst. De koptentakels zijn schroefvormig gelamineerd. Het blauwtipje wordt ongeveer 4 cm. groot. Het blauwtipje voedt zich met de struikvormige bryozoa Bugula en wordt ook gevonden op Bicellariella ciliata